De Grote Verzoendag

Voordat we verder gaan met Mattheus 24 nog even iets over de feesten van Israël. In het vorige artikel hebben we gezien dat de wederkomst van Jezus zou plaats vinden nadat Psalm 118:26 gezongen zou worden tijdens één van de drie belangrijkste feestdagen, vermoedelijk het Pascha zoals we kunnen lezen uit de opmerking van Flavius Josephus. De vraag is nu wanneer Jezus zou terugkomen? Daarvoor gaan we even kijken naar de feesten van Israël. De feesten van de Here zijn door God aan Israël gegeven zodat Zijn volk de eerste komst en de wederkomst van Christus zou begrijpen en welke rol Hij zou spelen om de mens te verlossen na de val in de Hof van Eden. We lezen in de Bijbel over de vier voorjaarsfeesten: pascha, ongezuurde broden, eerstelingen en Pinksteren. Deze vier feesten waren een profetische voorafschaduw van de eerste komst van Jezus Christus. Ze spreken van zijn dood, begrafenis, opstanding en de uitstorting van de Heilige Geest; de feesten begonnen allemaal op de daarvoor bestemde dagen. De overige drie feesten zijn de najaarsfeesten, die een profetische voorafschaduw zijn van de tweede komst van Christus. Het feest van de Bazuinen, de Grote Verzoendag en het Loofhuttenfeest, die allemaal vier maanden na de voorjaarsfeesten begonnen. Alle drie de feesten vonden plaats in de maand “Tishri”, ofwel september. Deze drie feesten spreken van de opstanding, de vervulling van het verlossingswerk na de uitvoering van Gods oordeel, en de nieuwe hemel en aarde, dat voorgesteld wordt door het Loofhuttenfeest. Laten we eens kijken naar het zesde feest, die de Grote Verzoendag genoemd wordt:

“Maar op die tiende van die zevende maand is de verzoendag; een heilige samenkomst zult gij hebben en gij zult u verootmoedigen en de Here een vuuroffer brengen.” (Lev 23:27)

De Grote Verzoendag (Jom Kippoer) was het zesde feest van Israël, een heilige dag, en deze vond plaats in het najaar. Op de Hebreeuwse kalender, valt het op de tiende dag van de maand Tishri, de zevende Hebreeuwse maand, ergens in de periode van september tot en met oktober. Jom Kippoer was de meest plechtige dag van het jaar voor het volk Israel. Het was ‘de dag’ dat verzoening werd gebracht voor de priester en zijn familie, en het hele volk Israël. Het was een plechtige dag. De Grote Verzoendag stond ook bekend als ‘het grote vasten’ of ‘de dag van het vasten’. Jom Kippoer was door God toegewezen als een dag waar men door het vasten zijn ziel op de proef stelt. Jom Kippoer was ook een plechtige dag voor de priesters van Israël. Alleen op die dag werd de hogepriester toegestaan het Heilig der Heilige binnen te gaan, en te gaan staan in de aanwezigheid van Gods glorie. En wie is het typebeeld van de hogepriester? Jezus Christus,

“Daar wij nu een hogepriester hebben, die de hemelen is doorgegaan, Jezus de Zoon van God, laten zij aan die belijdenis vasthouden.” (Hebr 4:14)

Jezus vervulde het typebeeld zowel van de hogepriester als van het offer! Als je de Bijbel onderzoekt met betrekking tot de tweede komst zal je overeenkomsten ontdekken met de Grote Verzoendag. Hier zijn een paar voorbeelden,

“Zie, mijn knecht zal voorspoedig zijn, hij zal verhoogd, ja, ten hoogste verheven zijn” (Jes 52:13 – Jezus als hogepriester verhoogd in de aanwezigheid van God, zie bevestiging in Hand 2:32-35; 5:30-31; en Phil 2:9-11).

Jesaja 52:13-14 spreekt over Jezus’ plaatsvervangend lijden bij eerste komst naar de aarde; en als we dan naar vers 15 gaan dan zien we dat dit gaat over Zijn tweede komst,

zo zal hij vele volken besprengen, ja de koningen zullen om hem verstommen, want wat hun niet verteld was, zien zij, en wat zij niet gehoord hadden, begrijpen zij.” (Jesaja 52:15)

Het tekstgedeelte, “hij zal vele volken besprengen” is een referentie naar het besprengen van het bloed op de verzoendeksel van God door de hogepriester gedurende Jom Kippoer (Lev 16:14). Dit kan je ook vinden in Leviticus 1:5,11; 3:2,8,13; 4:6,17; 7:2. Wanneer er gezegd wordt dat Jezus de volken besprengt, dan refereert dat naar wat de hogepriester deed op Jom Kippoer op het verzoendeksel van God, en zo zou God de zonden van het volk vergeven. De typebeelden maken duidelijk dat Christus terug zou komen op de Grote Verzoendag. De vraag is: moet dit nog plaats vinden in de toekomst of is het al gebeurd? In de brief aan de Hebreeën hoofdstuk 9 vinden we het antwoord,

“6 Dit was dan aldus ingericht, en de priesters kwamen bij het vervullen van hun diensten voortdurend in de voorste tent (het heilige), 7 maar in het tweede (tent, heilige der heiligen) alleen de hogepriester, eenmaal in het jaar, niet zonder bloed, dat hij offerde voor zichzelf en voor de zonden van het volk in onwetendheid bedreven. 8 Daarmede gaf de Heilige Geest te kennen, dat de weg naar het heiligdom nog niet openlag (nog niet openbaar gemaakt was), zolang de eerste tent nog bestond.“ (Hebr 9:6-8)

De achtergrond van Hebreeën 9 is de Grote Verzoendag. Vers 7 verteld dat de hogepriester in het Heilige der Heiligen gaat om verzoening te doen. En als we vers 8 goed lezen staat daar eigenlijk: het is de Heilige Geest die verantwoordelijk was voor de uitleg van wat er in het oude verbond plaats vond. Het betekende dat de weg naar de tweede tent (heilige der heiligen), de weg naar Gods aanwezigheid dus, nog niet was vrijgegeven. De Joden werden constant door de fysieke aanwezigheid van de eerste tent (het heilige) eraan herinnerd, dat ze nog geen toestemming hadden om naar binnen te gaan. De woorden, “zolang de eerste tent nog steeds bestond.”, kan beter vertaald worden met “terwijl het oude verbond nog steeds in werking was (de tempel bestond toen nog)”. Zo lang het oude verbond nog steeds in werking was, hadden de mensen nog geen toegang om in de aanwezigheid van God te komen. Voor de tweede komst van Jezus, ging nog niemand naar de hemel. Voor de tweede komst van Jezus 70 na Christus, gingen alle mensen die stierven naar een verzamelplaats van de doden (het zgn. dodenrijk) en zij bleven daar wachten op het werk van de verzoening van Jezus Christus en de opstanding uit de doden. Pas nadat Jezus was teruggekomen en de tempel met het oude verbond definitief werd vernietigde, en daarmee het nieuwe verbond werd bekrachtigd, kon de mens in de aanwezigheid van God komen.

De Grote Verzoendag spreekt van de terugkomst van Jezus Christus en de vervulling van de verlossing van het leven onder de wet. De verwoesting van Jeruzalem en de tempel, de tweede komst van Christus, en de vervulling van de verlossing zijn synonieme gebeurtenissen en kan je dus niet los van elkaar zien,

“Want de machten der hemelen (het oude verbondsbolwerk) zullen wankelen. 27 En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen op een wolk, met grote macht en heerlijkheid. 28 Wanneer deze dingen (de verwoesting van Jeruzalem en de tempel) beginnen te geschieden, richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing genaakt.” (Lucas 21:26-28)