Mattheus 26:29
De instelling van het avondmaal zoals door Mattheus verwoord en we lezen daar vers 29,
“Doch Ik zeg u, Ik zal van nu aan voorzeker niet meer van deze vrucht van de wijnstok drinken, tot op die dag, dat Ik haar met u nieuw zal drinken in het Koninkrijk mijns Vaders.” (Matt 26:29)
De meeste christenen denken dat als Jezus terugkomt, zij dan samen met Hem het avondmaal zullen vieren. De reden dat hier wijn de “vrucht van de wijnstok” wordt genoemd is om aan tonen dat Zijn verblijf zeer kort zou zijn. De beker die Hij zojuist had gedronken, zou de laatste zijn vlak voor zijn sterven. En dan staat er,
“tot op die dag, dat Ik haar met u nieuw zal drinken in het Koninkrijk mijns Vaders.” Marcus zegt, “in het koninkrijk Gods” (Marcus 14:25), en Lucas zegt, “voordat het koninkrijk Gods gekomen is” (Lucas 22:18)
En wat is het koninkrijk Gods eigenlijk? Het Koninkrijk van God, is eenvoudig het domein van Gods autoriteit over het hart en leven van de mensen. En wanneer is dat gekomen? Daniël profeteerde over Jezus komst naar de aarde die als een steen zou zijn die het alle koninkrijken zou verbrijzelen,
“Maar in die dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten, dat in eeuwigheid niet te gronde zal gaan, en waarvan de heerschappij op geen ander volk zal overgaan: het zal al die koninkrijken verbrijzelen en daaraan een einde maken, maar zelf zal het bestaan in eeuwigheid.” (Dan 2:44)
En dat Koninkrijk waarvan Johannes de Doper en Jezus zeiden dat het nabijgekomen was, maar zich nog duidelijker manifesteerde na de opstanding bij Zijn hemelvaart en de uitstorting van de Heilige Geest, en tenslotte 40 jaar later bekrachtigd werd met de wederkomst van Jezus 70 NC en Hij het Koninkrijk aan God had overgedragen en God alles in allen zou zijn. Het is een koninkrijk waarin God zou regeren en wonen,
“Te dien dage zult gij weten, dat ik in mijn Vader ben en gij in Mij, en Ik in u.”(Joh 14:20),
want het wordt ook het Koninkrijk van Jezus genoemd zoals Jezus zelf zei,
“Ik beschik u het Koninkrijk, gelijk mijn Vader het mij beschikt heeft…” (Lucas 22:29)
In deze staat zal Christus nieuwe wijn drinken, de beste wijn voor het laatst bewaard, verfrissend en vol van kracht, natuurlijk niet letterlijk maar geestelijk begrepen. Het drinken hiervan duidt op het volle genot waar de gelovigen bezit van zullen nemen,
“wat geen oog gezien heeft, wat geen oor gehoord heeft en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben.” (1 Kor 2:9)
Jezus kwam niet om een aards koninkrijk te stichten waarin Hij zou regeren in theocratische stijl, Hij kwam veeleer om ons te bevrijden van vooronderstellingen, van de zonde en de schuld daarvan, en om genezing te brengen in ons hart. En dat koninkrijk kwam in de eerste eeuw en is een huidige realiteit…