Mattheus 10:14-16
We lezen in Mattheus 10 de volgende verzen,
“En indien iemand u niet ontvangt of uw woorden niet hoort, verlaat dat huis of die stad en schudt het stof uwer voeten af. Voorwaar, Ik zeg u, het zal voor het land van Sodom en Gomorra draaglijker zijn in de dag des oordeels dan voor die stad. Zie, Ik zend u als schapen midden onder wolven; weest dan voorzichtig als slangen en argeloos als duiven.” (Matt 10:14-16)
Deze tekst ligt in dezelfde lijn als die van Matt 11:22 alleen gaat het dan over andere steden,
“Doch Ik zeg u, het zal voor Tyrus en Sidon draaglijker zijn in de dag des oordeels dan voor u.” (Matt 11:22)
Jezus stelt in vers 15 dat het oordeel over de die stad groter zal zijn dan die van het land van Sodom en Gomorra. Over welke oordeel hebben we het eigenlijk? We praten hier niet over één oordeel, maar over twee oordelen, het fysieke oordeel over Israël en het geestelijke oordeel. Jezus zei dat ze geoordeeld zouden worden voor hun “afwijzing van Hem” voordat de generatie tot wie Hij zich richtte volledig zou verdwijnen – iets wat plaats zou vinden in de hemelse gewesten. De zonde van Sodom en Gomorra was géén openlijke afwijzing van de “vleesgeworden Zoon van God”, zoals dat wel was voor de tijdgenoten van Jezus. Zij wisten dat Jezus de Messias was die komen zou, zowel Johannes de Doper als Jezus hadden het hun meerdere keren verteld, maar zij bleven Hem afwijzen, zoals Johannes zei,
“Hij kwam tot de zijne, en de zijnen hebben Hem niet aangenomen.” (Joh 1:11)
Om deze reden was het oordeel dat de Joden zouden ondergaan groter dan die waar de Sodomieten en de Gomorrianen mee zouden worden geconfronteerd. Jezus nam de bovengenoemde steden niet mee in het plaatselijke oordeel over Israël, maar wel in het komende geestelijke oordeel van Israël 70 na Christus dat tegelijk met het plaatselijke oordeel zou plaats vinden.
“Ik zend u als schapen midden onder de wolven” (vers 16)
waar met de schapen de discipelen (later de apostelen) worden bedoeld en met de wolven de schriftgeleerden en farizeeërs/sadduceeërs etc., zij die Jezus afwezen als de komende Messias. Zij waren de zonen van de moordenaars van de profeten, zij waren de slangen en het adderengebroed en zij zouden de maat van hun voorvaderen vol maken,
“Maakt ook gij de maat uwer vaderen vol! Slangen, adderengebroed, hoe zult gij ontkomen aan het oordeel der hel?” (Matt 23:32-33)
En Jezus adviseerde de discipelen voorzichtig te zijn vooruitkijkend naar de vervolgingen die hun te wachten stonden want zij (de huichelaars) zouden proberen hun over te leveren aan de gerechtshoven en zij zullen u geselen in de synagogen etc. (10:17). Dan komt de volgende tekst waar veel bijbelleraren geen afdoende verklaring voor kunnen afgeven,
“Wanneer men u vervolgt in deze stad, vlucht naar de andere; want voorwaar, Ik zeg u, gij zult niet alle steden van Israël zijn rondgekomen, voordat de Zoon des mensen komt.” (10:23)
Een veel gehoorde opmerking is dat Jezus niet beloofd had dat dit zal gebeuren, maar dat het zou kunnen gebeuren. Dit is wat we noemen “eisegese”, interpretatie van een tekst door het projecteren van eigen vooronderstellingen. Maar als je in de schoenen stapt van de toehoorders (2000 jaar geleden), dan zou je denken dat jij in de eindtijd zou leven, dat jij nog tijdens jou leven de Zoon des mensen zou zien terugkomen in Zijn Koninkrijk. Jezus vertelde zijn discipelen in duidelijke taal dat de timing van Zijn tweede komst in de eerste eeuw zou zijn. Hij instrueerde zijn discipelen om haast te maken want de tijd om het goede nieuws te prediken was in verhouding gezien kort. Deze nadrukkelijke verklaring laat geen ruimte voor een enorm uitstel. Het zou duidelijk géén 2000 jaar duren eer alle steden in Israël bereikt waren. Bovendien waren de meeste steden 70 na Christus verwoest. Dus, de wederkomst van Jezus moet hebben plaats gevonden in die tijd…